Onze klanten kiezen in veel gevallen voor edelmetaal, goud en zilver, als een vorm van waardeopslag. Het behouden van vermogen staat centraal. Goud en zilver hebben duizenden jaren als betaalmiddel gediend.
Sinds 15 augustus 1971 is er geen goudstandaard meer waardoor alle valuta’s niet meer zijn gedekt door een onderliggende waarde. Sindsdien is er sprake van fiat geld of fiduciair geld waarbij de waarde berust op het vertrouwen in de centrale bank die de valuta uitgeeft.
De laatste jaren is er veel geld bijgedrukt door onder andere de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse centrale bank (FED). Hierdoor is de inflatie hard opgelopen. Deze devaluatie van de munt is de reden om vermogen aan te houden in goud en zilver.
Wanneer u heeft besloten om edelmetaal te willen kopen dan kunt u kiezen tussen het kopen van goud of het kopen van zilver. De fundamenten tussen beide edelmetalen zijn nogal verschillend.
Goud kent met name een monetaire vraag. Dat bestaat uit de vraag naar goud vanuit centrale banken en beleggers of spaarders. In Azië (met name China en India) kopen consumenten goud veelal in de vorm van gouden sierraden. Hier dient goud als mooi bezit in de combinatie met waardeopslag.
In het Westen kopen consumenten eerder goudbaren en gouden munten. Centrale banken kopen bijna alleen maar goudbaren. Goud is in feite de “Ultimate currency”. De ideale munt om waarde in op te slaan.
Bij zilver zijn de fundamenten anders dan bij goud. Rond de 60% van de vraag naar zilver is afkomstig vanuit de industrie. Zilver is een noodzakelijke grondstof voor de productie van telefoons, zonnepanelen, auto’s, computers etc. Daarnaast zijn er beleggers die zilver kopen. Zijn bepalen ongeveer 30% van de vraag naar zilver.
Dus waar goud met name een monetair metaal is, is zilver veel meer een industrieel metaal. Een ander belangrijk verschil zit in de spread (verschil tussen aankoop en verkoop). De spread bij goud is ongeveer 2%. Bij zilver ligt de spread rond de 6%.
De kosten van de productie van een goud- of zilverbaar zijn gelijk, alleen wegen deze kosten veel zwaarder op een zilverbaar omdat de prijs van een zilverbaar veel lager is. Daarnaast kost het transport meer omdat dat volume van zilver veel groter is.
Stel u koopt voor €70.000 goud dan koopt u 1 baar van een kilogram. Kiest u voor zilver dan koopt u 76 kilogram zilver voor dit geld. Dit heeft impact op de kosten van de logistiek.
Onze klanten hebben een gemiddelde verhouding van 70% en 30%. Dus 70% zit in goud en 30% is in zilver belegd.
Er is een prijsverhouding tussen goud en zilver. Deze verhouding wordt de goud-zilver ratio genoemd. De ratio geeft aan met hoeveel ounces zilver je 1 ounce goud kunt kopen. De goud-zilver ratio geeft inzicht in een eventuele onderwaardering van een van de twee edelmetalen.
De goud-zilver ratio heeft zich in de laatste 50 jaar tussen de 1:15 en de 1:130 bewogen. Het laagste punt werd bereikt in 1980. Toen bereikte de zilverprijs een record van $50. Het hoogste punt werd bereikt in 2020 (tijdens COVID-19). De economie viel stil waardoor de vraag naar zilver ook weg viel. Zilver daalde toen naar $12. Goud presteerde toen juist zeer sterk en onderstreepte daarmee de rol als veilige haven.
In de laatste 30 jaar lag de goud-zilver ratio gemiddeld op het niveau van 1:59. Momenteel noteert de ratio op 1:91. Daarmee is zilver, op basis van historische data, ondergewaardeerd ten opzichte van goud.
Overigens komen beide edelmetaal in de verhouding van 1:15 uit de grond.
1.1 Huidige stelsel forfaitair
Zolang je portefeuille onder het heffingsvrije vermogen blijft is er niks aan de hand en betaal je geen belasting. In 2025 is dit € 57.684 per persoon. Samen met je fiscaal partner kan je €115.368 belastingvrij sparen of beleggen. Als je daar boven komt ga je belasting betalen.
Op dit moment wordt er geen belasting geheven over de echte winst. De belastingdienst gaat uit van fictieve, gemiddelde rendementen per categorie. Alle edelmetalen vallen onder de categorie “overige bezittingen”. Voor edelmetalen wordt in 2025 uitgegaan van een fictief, forfaitair rendement van 5,88% over je portefeuille. De peildatum is altijd 1 januari.
Op dit fictieve rendement wordt 36% belasting geheven. Per saldo betaal je dus 2,12% belasting over je edelmetalen in 2025. Vanaf 1 januari 2026 wordt het forfaitaire rendement verhoogd naar 7,78%. Hier wordt 36% belasting over geheven wat neerkomt op 2,79% belasting. Deze percentages zijn nog niet definitief en kunnen nog veranderen.
1.2 Huidige stelsel werkelijk rendement
Als je werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, kan je een verzoek indienen bij de Belastingdienst om het lagere, werkelijke rendement aan te houden. Dit moet je wel goed aan kunnen tonen. Ook wordt dan gekeken naar je hele box 3 positie, dus niet alleen naar edelmetalen.
Bij het werkelijk rendement gaat het om de waardestijging tussen 1 januari en 31 december van het jaar. Hierbij geldt geen heffingsvrij vermogen. In de praktijk is afrekenen op basis van de forfaitaire rendementen vaak voordeliger.
1.3 Toekomstig stelsel
Vanaf 2028 wil de overheid helemaal overstappen op belasten op basis van het werkelijk rendement. Hiervoor is het Wetsvoorstel Werkelijk Rendement box 3 ingediend. Dit is nog niet definitief. Voor edelmetalen zal de koersstijging in een jaar tussen 1 januari en 31 december dan de basis zijn.
Hier wordt vervolgens 36% belasting over geheven. Als de plannen doorgaan wordt ook verliesverrekening mogelijk. Als je in het ene jaar verlies hebt gemaakt, kan je dit verrekenen met toekomstige winsten.
Ook zakelijk kan je beleggen in edelmetalen vanuit je BV. Dan wordt je BV eigenaar van het edelmetaal. Je kan de edelmetalen waarderen tegen aanschafprijs of een lagere marktwaarde. Dit betekent dat je een eventueel verlies bij een koersdaling kan verrekenen met de vennootschapsbelasting.
Over koerswinsten betaal je vennootschapsbelasting op het moment dat je het edelmetaal verkoopt. Als je zakelijk belegt in edelmetalen kan je de heffing van vennootschapsbelasting dus uitstellen. Vervolgens kan je ook zelf bepalen wanneer je de winst via een dividenduitkering uitkeert aan jezelf in privé. Ook deze box 2 heffing kan je dus uitstellen.
Het grote voordeel van zakelijk investeren zit in de uitstel van belastingheffing. Je gaat daadwerkelijk belasting betalen op het moment dat je de winst realiseert. Als je in privé in edelmetalen belegt (box 3) reken je ook tussentijds af over de waardestijging, ook als je niks verkoopt.
In de praktijk kan dit betekenen dat elk jaar een deel van je portefeuille moet verkopen om de belasting te kunnen betalen. Wel is het zo dat het tarief in box 3 in alle gevallen lager is dan de totale heffing in de BV. In box 3 betaal je 36% terwijl je in de BV minimaal 38,85% betaalt.
Het is dus niet makkelijk te zeggen wat in jouw situatie voordeliger is. Dan hangt van je specifieke omstandigheden af. Het is belangrijk om je hierbij te laten adviseren.
De inhoud van dit artikel is opgesteld door David Bogaerds. David is actief als persoonlijk vermogensstrateeg binnen Personal Wealth.
Slotkoersen goud en zilver t.b.v. box 3
Goudprijs
31-12-204 €80.641 per kg en €2508 per troy ounce
31-12-2023 €60.173 per kg en €1871 per trot ounce
Zilverprijs
31-12-204 €892,5 per kg en €27,76 per troy ounce
31-12-2023 €690,6 per kg en €21,48 per trot ounce
Bij Doijer & Kalff streven we ernaar dat u met de juiste kennis extra voordeel kunt boeken bij het beleggen in goud en zilver. Wekelijks publiceren we een goudupdate waarin de belangrijkste actualiteiten aanbod komen die de goud- en zilvermarkt beïnvloeden. Met deze kennisbank kunt u zich verdiepen in het beleggen in goud en zilver.